Witten
11 juni 2014
negentien witte steentjes
rollen langzaam naar beneden
vallen ploffen zachtjes in het zand
het gras wuift stilletjes
de vogels roepen terloops
of ik je niet vergeten ben
en de wind schuiert mijn haren
die wiegen wuiven waaien
wapperen weven wenen
van heinde ver en lang geleden
schaduwen drijven over
laten mij stranden landen oeveren
en weet me geborgen
in zacht herinneren
negentien witte steentjes
drijven met de wind mee in het water
dobberen zinken temmen
ronden hun scherpe kantjes
witten lichtend op en gaan
lachen glimmend meren aan