Jeruzalem
1 juli 2016 / 2013
mijn hoofd is in Jeruzalem
met mijn rug op de vloer
daalt de kapel op mij neer
schaduwen klinken, stemmen
koperen bel en glazen
ogen die zochten zagen
werkende handen, eelt en blaren
groot en bruin de tafel middenin
vloeren droegen, onderbouwden
gaven grond meer dan genoeg
plafonds en hemels behangen
beklommen, vulden dromen, glazen
stemmen die om aandacht vroegen
zacht omfloerst streelden
en in alle rust verkonden
klinkend argumenteerden
pakten, overrompelden
overdwars ertegen in
muren droegen en omlijstten
stonden nergens ergens achter
hen werd niets gevraagd
dan uiteindelijk gezamenlijk
hamer gepakt en neergelaten
een klap en bruine tafel
door allen aangezeten neergehaald
thans klinken klanken van weleer
in steenhouwers’ schrage
de toekomst tegemoet
de tafel is nu licht van kleur