Stiller
28 november 2021 – lockdown III
voor al diegenen die moe
wanneer het stiller wordt
nog stiller dan het stiller was wordt
en wij in lichamen verdwalen
voeten niet meer zingend dansen
handen beeldschermen strelen
en armen zonder ander moeten
ontvoeten ontarmen en onthanden wij
ontvoelen en ontwarmen wij
wanneer straten verdwalen
pleinen leeg en kamers stil
trekt ons binnengezicht samen
veert niet meer terug wrang
vast zitten wij voelen wij vast
vast in stugge klei vast
in vaste vorm grijs
geeft zuurstof geen adem
wanneer lichamen verdwalen
verdwalen wij
te lang
verdwalen wij
stil maar
stiller wordt het niet
en ik vind mijnzelf het weten vergeten
onder water binnenin omslaan
en doorgaan voortgaan ondergaan
mijn tranen schuilen in het koude buiten
en mijn lichaam verdwaalt
in het donker daar
het hier vindt mij niet
het kunnen kent mij niet
vast zit ik ademloos
in vaste vorm vast
gestolde vleugels mijmering
wanneer wij weten vergeten
vergeten wij
te lang
vergeten wij
wanneer het stiller wordt
nog stiller dan het al stiller was wordt
volg ik op de tast
waar het lichter wordt
stil maar
stiller wordt het niet
Sleur
6 maart 2021 – zoveelste verlenging –
voor al diegenen
die zichzelf elkaar
met lede ogen zien
vastlopen
ik loop en ik strompel en ik hink en ik mompel
ik beweeg ik ga voort ik ga voort ik ga voort
maar ik wil niet, ik blijf hangen
en ik scheur en ik trek en ik duw
ik verstop mij vermurw mij sleur mij
door de stront en de bagger
ik word gek van het gesjagger
het getrek en gemor
en eindeloos gesjor
het is de sleur het gezeur
het gemor en geduw
het getrek en gezenuw
en ik hik en ik hik en ik hik en ik hik
en ik hinnik, voel me gek
draai door en door en door in de sleur
het getreur, het almaar almaar almaar
herhalende gezeur, het is de sleur
ik blijf hangen
Streelwees
11 januari 2021 – lockdown II
voor al diegenen die al zolang
veel te lang
lichamelijk contact moeten missen
geen hand, geen knuffel,
geen warm lijf, omarming
Ik ben een streelwezen lichtwezen
in delen een geheel
ben ik
Een haven voor mijn gedachten
een thuis voor mijn lichaam
een koester, een lief te zijn
van mijzelf uit te delen
ben ik
Een borrelend ideeën brein
schaterlach en twinkeling
sprietvoelend flinterzacht
een leven vol leven
gezicht van mijn licht
ben ik
Mijzelf uitgedeeld bijeengeraapt geheel ben ik
voelend denken, kleurfontein
veld vol bloemen
lijf van mijn verlangen
verwijderd van mijzelf vreemd ben ik
op afstand dichtbij
ben ik
Een zee vol mijmeren en schuilen
dromen ben ik
op anderhalve meter en een-en-twintig centimeter
een horizon te ver om in te vluchten
onaangeroerd onaangeraakt
heb ik streelvrees
ben ik
streelwees
Tot die dag
26 maart 2020 – lockdown I
tot die dag
achter onze dichte deuren
een lichtpunt vinden
al is het er maar een
verlichten we samen
de donkere aarde
kleuren wij de hemel
met ons verlangen
en bewaren onze dromen
voor die ene dag
tot die dag
tot die dag
Luistering
maart 2020
luister me spinsel me jouw gedachten
laat me jouw ruwe sentimenten
leef me jouw schuwte en donkere aarde
geef me geef me weg jouw beloften
maar vlek me niet jouw truien
wil jij je even mijn modderige bruinen
en verlegen grijzen kussen
roep jij je mijn vette zwarten af en toe
en ik vier jouw je harde blauwen
verlegen grijzen kussen
les mij je wazig water
licht ons blijvoetig
wortel je hoofd in zachte stede
ontrafel ons nimmer
verlegen grijzen kussen
eer ons vruchtbare grond
zachtgloeiend
rood
Tintel
februari 2019
de wind tintelt mij rode wangen
en de regen fluisterdanst mijn naam
langs ramen dwars door huivering
zweet mijn huid zich nacht zich
dicht tegen jouw maan
en schijnen jouw aarzelingen lichter
dan je lichter dan je danst dan je dicht
en lichter nog dichter nog tegen mij aan
en je lacht maar ik niet en ik
ik weet je niet je nog mij verder hier vandaan
dan licht lichter en licht en donker donkerzwart
en holle gaten lege frasen en je
tintelt tintelingen
huivert huiveringen
zweet zweet
gedachten in gedachten
jouw naam in mijn naam
en ik wil ja ik wil
maar ik wil verder verder verder gaan
Opnieuw
januari 2019
als het lengen en lichter
worden van de dagen
zichtbaar voelbaar wordt
ontspringt een dansend zingen
en nog verborgen beloften
komen vertellen van vergeten pijn
en je eeuwig geborgen koesteren
en je vleugels vieren jou
en je wordt
opnieuw
slaap niet rust niet
alert me licht me
verwijder en vloek me
maar dobber me niet
opnieuw
opnieuw
Water op water
23 november 2017
in het kader van de 11e Waterconferentie
en daaraan gekoppelde kunstroute ‘Gouds Peil’
als we niets doen
wenen Goudse zielen droog
en IJsselen wij nors op stelten
peilen wij duurzaam verder
en torsen onze fundamenten
tot horizonnen hemelwater
op water
op water
Zing
21 mei 2017
een man een vrouw een mens
een woord of twee of een of geen
en over klinken klinkers lopen
lettergegrepen tussenruimten
laat gaande weg weglaten wegen gaan
geraakt geworden aan te raken
zichtbaar klinkmaar spreek in stilzijn
in donkerten en witten mede
laat alle tussentinten klanken zijn
en harde zachten zichtmaarheid
in ruimten uit ruimten
tevoorschijn komen
in gekend zijn kennen kennen
bijeen uiteen twee een of geen
worden woorden woorden
laat mijn ontstaan bestaan
en dromen dansen zingen
Gelijk
23 maart 2017
reactie op de compositie van Ferdi Schukking
in het kader van het kunstproject Zwaan Kleef Aan
te beluisteren via youtube
was ik was jij erbij gelijk
aan mee met jou met mij
en ik en jij wij samen
op dit zojuist gelaten
terstond hetzelfde
moment te neergeslagen
wrang woest klam bang
in tijdloze ruimte bekneld geraakt
keken ik en jij mij jou en wij
terzijde gelaten leeg
en gelijk jij ik en gelijk
nee jij en ik gelijk in tijdigheid
ledigheid en geen besef geen doel meer
gelijk mijn jouw spugende woordenbrij
door gelijk te willen opgegeten
en herkauwen onze argumenten
gelijk ja gelijk ik weet gelijk
jij wil gelijk nee ik jij wat ik mij deed jou
gelijk teniet en niet zonder te willen weten
wat gelijk wij wilden wisten wij gelijk
toch maar terstond en voor ons nog altijd
toch heel even maar gelijk wil jij wil ik
gelijk nu nu gelijk tijdig wil ik wil jij
nee moet ik moet jij wij moeten weten
wie gelijk en hebben wij dan toch gelijk
geweten geraakt
hadden wij dan toch gelijk
uit deze impasse kunnen blijven
ik wil gelijk en wel nu meteen terstond
verstaan wat jouw woorden luisteren